Onchidoris bilamellata (Linnaeus, 1767) Rosse sterslak
| Kenmerken | Lichaam bezet met kleine ronde tuberkels die in grootte varieren. |
|---|---|
| Kleur | Gemarmerd wit tot bruin, geheel witte exemplaren komen ook voor. |
| Voorkomen | Oosterschelde en Grevelingen. |
| Voedsel | Zeepokken. |
| Voortplanting | Hermafrodiet. |
| Grootte | Lengte tot 4 cm. |
De rosse sterslak kan het hele jaar door gevonden worden, ze kunnen plaatselijk in grote dichtheden voorkomen.
Eieren worden in een krul gelegd, vaak van veel slakken samen.

